RONDE 2
6. Met dilemma’s werken aan de Pedagogische taak van de school
Drs. Kitty van Voorst van Beest (CED-Groep Rotterdam)
De afgelopen jaren is er steeds meer aandacht gekomen voor de pedagogische taak van de school. Naast het leren van taal en rekenen wordt er van scholen verwacht dat zij leerlingen voorbereiden op hun leven als burger in de samenleving. Binnen de wettelijke opdracht om te werken aan burgerschap hebben de scholen wel de vrijheid om hier zelf een invulling aan te geven. Van belang hierbij is dat scholen een duidelijke visie hebben op burgerschap en laten zien op welke wijze zij hieraan op een structurele manier werken.
Met de projecten uit kinderen … en hun morele talenten wordt aangesloten bij het leergebied ‘oriëntatie op je zelf en de wereld’. Dit gaat onder meer over hoe mensen met elkaar omgaan, en hoe ze problemen kunnen oplossen. Hierbij denken we aan burgerschapscompetenties zoals reflectie op eigen handelen en leren, respectvol luisteren naar anderen en respectvol en verantwoordelijk omgaan met elkaar en met de leefomgeving.
In kinderen .. en hun morele talenten laten we de kinderen vanuit verschillende dilemma’s nadenken over waarden en normen om de morele ontwikkeling van hen positief te stimuleren. Hierbij worden niet zo maar regels aangeleerd maar wordt aan de leerlingen geleerd zelf een oordeel te vormen over verschillende waarden en normen. In de projecten worden hiervoor aansprekende werkvormen gebruikt zoals rollenspel, debat, muurkranten etc. In de onderbouw wordt kennis gemaakt met waarden en hun uitingsvormen en leren kinderen zich te verplaatsen in anderen. In de bovenbouw worden leerlingen zich bewust dat waarden in allerlei situaties een rol spelen en leren zij zelf morele afwegingen te maken.
Binnen het programma Onderwijs Bewijs onderzoekt het CED samen met de UvA de effectiviteit van de methode kinderen en.. hun morele talenten. In dit onderzoek doen 30 scholen mee, samen met een van de onderzoeksscholen geven wij u een kijkje in een van de projecten uit deze methode.
7. Van Vreedzame School naar Vreedzame Wijk
Caroline Verhoeff (Stichting Vreedzaam)
Met deze aanpak wordt een eenduidige pedagogische aanpak ingevoerd in alle organisaties die in de wijk met kinderen in de basisschoolleeftijd werken. Om op die manier de bestaande situatie, waarin de kinderen vaak in teveel van elkaar gescheiden werelden leven (school, thuis, straat), te doorbreken. Alle betreffende organisaties in de wijk (wijkwelzijnsorganisatie, bibliotheek, speeltuinen, stadsboerderijen, sportverenigingen, kinderopvang, etc.) worden geïnformeerd over en getraind in de principes en uitgangspunten van De Vreedzame School. Door aan te sluiten bij de werkwijze van de scholen (gebruik van dezelfde begrippen, inspelen op de geleerde vaardigheden, zelfde pedagogische aanpak, zelfde wijze van omgaan met conflicten, zichtbaarheid van De Vreedzame School-principes, e.d) worden de pedagogische milieus ‘aan elkaar geknoopt’, en wordt het voor de kinderen duidelijk dat er overal dezelfde verwachtingen worden gehanteerd, en dezelfde regels en afspraken gelden.
8. Burgerschap: dat doen we toch al?
Drs. Frank Studulski (Sardes)
Burgerschap raakt het hart van de school. Elke dag zijn er in het team gesprekken over gedrag van leerlingen, verwachtingen van ouders, ontwikkelingsbehoeften van kinderen. Veel scholen doen al van alles dat als burgerschap gezien kan worden: geld inzamelen voor een goed doel, vieringen, ouderbetrokkenheid, etc. Het aangrijpingspunt voor werken aan burgerschap en integratie zijn dan ook de leerlingen en de wijk waarin de school staat. Ook de opvattingen van leerkrachten zijn belangrijk.
Initiatieven rondom burgerschap zijn er genoeg, maar wij willen het gesprek aangaan over vragen als: Hoe verbindt de school de eigen identiteit en pedagogisch-didactische visie aan een goede leeromgeving voor de kinderen? Hoe maak je een doorlopende leerlijn voor burgerschap en integratie? Een doordachte aanpak van burgerschap en integratie biedt een kans voor schoolontwikkeling: een planmatige ontwikkeling van het schoolbeleid. Dat doen we bijvoorbeeld door het bewust bespreken van de ambitie die je wilt nastreven. Het werkboek is geschikt voor scholen die willen starten met burgerschap en integratie op school, een periodieke kwaliteitsdiscussie of het ‘doorontwikkelen’ van burgerschap en integratie (een hoger ambitieniveau).
9. Denk groot, doe klein! Het kindercentrum als democratische oefenplaats
Drs. Anke van Keulen en Ana del Barrio Saiz (Bureau MUTANT)
Democratisch burgerschap is echt wel iets voor jonge kinderen, laat je niet afschrikken door deze grote term. Het hoort bij de pedagogische opdracht om kinderen te ondersteunen in hun ontwikkeling tot mensen die mee kunnen doen in de samenleving. Daarmee kun je stap voor stap aan de slag: denk groot, doe klein!